Een expeditie langs de Leefbare Stad

Nederland moet een miljoen huizen gaan bouwen. “Doen we dat met bakstenen en cement, dan slaan we alle problemen met stikstof en CO2 gewoon op in die nieuwe huizen”, zegt Frank Reniers, programmamanager Agenda Stad van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), aan het eind van Expeditie Leefbare stad. “Als we dan over 10 jaar terugkijken, denken we: we hebben grote kansen gemist.”

Type Actueel
Gepubliceerd op 21 november 2022
Onderdeel van Embassy of Maakruimte voor Mooi NL
Actueel
Een expeditie langs de Leefbare Stad
Onderdeel van Embassy of Maakruimte voor Mooi NL

Tijdens Dutch Design Week (DDW22) bracht Expeditie Leefbare Stad ambtenaren, (maatschappelijk) ondernemers, ontwerpers, (ervarings)experts en initiatiefnemers langs de exposities van de Embassy of Urban Mobility en de Embassy of Circular & Biobased Building. Ze zagen voorbeelden van hoe de woningbouwopgave te verbinden is met andere transities zoals water, landbouw, mobiliteit, maar ook met inclusiviteit en gezondheid.

Samen

“De voorbeelden laten zien hoeveel aspecten een rol spelen bij wat wij leefbaar noemen”, zegt Jetske van Oosten, ambassadeur van het World Design Embassies (WDE) programma. De doelstelling van de expeditie was om allerlei koplopers samen te brengen. “Koplopers die werken aan die vernieuwing in het denken over de leefbaarheid in de steden. Bijvoorbeeld Groen voor Blik van Studio1:1, waarin wordt gekeken naar hoe we met onze auto’s om kunnen gaan om de leefbaarheid van steden te vergroten. Parkeerplaatsen nemen namelijk ontzettend veel ruimte in en dat heeft een impact op hoe we de stad beleven en op onze gezondheid. Je kunt dit probleem moeilijk op wijkniveau aanpakken. Het gaat dan veel meer om de vraag: Hoe willen we ons op het schaalniveau van Nederland verplaatsen? Dat zijn complexe vraagstukken. Deze expeditie moet het gevoel geven dat je er niet alleen voor staat.”

Op 6 juli 2022 lanceerde minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge het programma Mooi Nederland, dat de ruimtelijke kwaliteit van Nederland centraal stelt. Een gezamenlijke aanpak is nodig, zo schrijft de minister in het voorwoord: “Samen met provincies en gemeenten, met betrokken partijen en met iedereen in de samenleving die mee wil denken en doen. We halen kennis en inspiratie op die bijdraagt aan alle fases van de ruimtelijke ontwikkeling: verkenningen, planvorming en inpassing. Door middel van ontwerpend onderzoek verenigen we alle belangen aan de voorkant. In dit programma staan verbeelding, proberen en doorpakken centraal.” En wat valt er te leren van het makerschap van ontwerpers? Daarover ging het programma Maakruimte voor Mooi Nederland, dat tijdens DDW22 startte met een tweetal expedities.

‘Eigenlijk moet je het gesprek op een andere manier voeren. Je hebt het niet meer over wat past, maar over de vraag: wat willen we? We moeten terug naar de kern hoe we als mens willen samenleven. Dat is ook waar WDE voor staat. Hoe willen we met vraagstukken omgaan, en niet: wat is de oplossing van het probleem?’

Wat willen we?

Van Oosten: “Eigenlijk moet je het gesprek op een andere manier voeren. Je hebt het niet meer over wat past, maar over de vraag: wat willen we? We moeten terug naar de kern hoe we als mens willen samenleven. Dat is ook waar WDE voor staat. Hoe willen we met vraagstukken omgaan, en niet: wat is de oplossing van het probleem? Wat we laten zien is dat ontwerpers een context creëren waarin iedereen zich maker kan voelen. Dus dat het niet gaat over het ontwerpen van een plan hoe de de leefbare stad eruit ziet, maar veel meer over hoe we ontwerp kunnen inzetten om die dialoog te voeren.”

Reniers: “Wat ik leuk vind aan de voorbeelden die we hebben gezien, is dat heel concreet wordt waar het over gaat. In het paviljoen van de Embassy of Circular & Biobased Building zagen we bijvoorbeeld bouwmaterialen van de toekomst, of eigenlijk al van nu. We hebben nu mono-culturen van aardappels, varkens en kippen. We zouden ook hennep kunnen telen of andere bermgrassen waardoor er niet zoveel stikstofuitstoot is. Tegelijkertijd hebben we dan iets hebben om mee te kunnen bouwen.”

City Deals

Met het programma Agenda Stad probeert Reniers landelijke transities te bewerkstelligen. “Gemeenten komen bij ons met of een grote kans of een groot probleem, waar ze verschillende ministeries voor nodig hebben om het op te lossen. Binnen een City Deal werken gemeenten, provincies en de Rijksoverheid met elkaar, maar ook met projectontwikkelaars, kennisinstellingen en bedrijven samen. Er zijn 29 City Deals gesloten waarin deze partners samenwerken rondom uiteenlopende opgaven. Twaalf daarvan zijn momenteel nog actief zoals de Slimme Stad en Kennis Maken. Reniers: “Samenwerken en experimenteren of het werkt. Als het werkt dan schalen we op en kijken we of de oplossing ook voor andere gemeenten passend is.” 

“We proberen landelijke wetgeving aan te passen of financiering te regelen. Zo is er nu nog een norm in Nederland die stelt dat houtbouw niet duurzaam is, want je kapt bomen. Vroeger was dat een logische gedachte. Maar nu weten we dat het veel duurzamer is om met hout te bouwen dan met bakstenen en beton. Die norm is nog gestoeld op het oude systeem. We zijn bezig om die regelgeving aan te passen. Veel van de innovaties die wij met het aanpassen van landelijk beleid willen bewerkstelligen, zie ik hier tijdens DDW al uitgewerkt in de expositie. Dat inspireert enorm!”

Broodje poep

Een heel aansprekend voorbeeld dat Reniers tijdens DDW zag, was BROODJE POEP van social designer Fides Lapidaire. Onder het motto ‘poep is goud waard’ trekt BROODJE POEP langs festivals en evenementen om zoveel mogelijk mensen bewust te maken van de waarde die wij dagelijks creëren en wegspoelen. BROODJE POEP serveert broodjes waarvan de ingrediënten zijn gegroeid op compost van menselijke poep en plas. “Je opent daarmee het gesprek voor een breder publiek”, zegt Reniers. 

Sinds twee jaar is er binnen Agenda Stad ook een nieuw initiatief: Loket Ontwerpkracht. Als je een ambtenaar vraagt een integraal probleem op te lossen dan is de reflex vaak om in een vroegtijdig stadium met meer mensen te vergaderen. Dat is niet de oplossing, want complexe vraagstukken vragen om anders kijken en anders doen. Je moet som s met andere oplossingen durven te komen. Loket Ontwerpkracht helpt daarbij door ontwerpers te koppelen aan City Deals, maar ook door passende ontwerpinstrumenten aan te bieden en waar nodig in maatwerk te voorzien. ”Reniers nodigt ontwerpers uit die met een bepaald thema bezig zijn, zoals circulair bouwen, gezonde voedselomgevingen of elektrische deelmobiliteit, uit om zich aan te sluiten bij een van de City Deals-coalities. “De coalities zijn al klaar om op landelijk niveau impact te kunnen maken, maar we kunnen daar zeker creatieve kracht bij gebruiken.”

Symposium ‘Maakruimte voor Mooi Nederland’

Naast de Expeditie Leefbare Stad was er een Expeditie Circulair Landschap. De expedities zijn een initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en World Design Embassies. De inzichten die tijdens de Expedities zijn opgehaald, worden op 1 december tijdens een symposium in Den Haag gepresenteerd onder de titel: ‘Maakruimte voor Mooi Nederland’. Ontwerpers, experts, (maatschappelijk)ondernemers en ambtenaren zijn van harte welkom!

Van Oosten: “We willen tijdens het symposium gezamenlijk een krachtenveldanalyse maken. We zien dat er hele sterke netwerken zijn, zoals bijvoorbeeld de City Deals en WDE, maar iedereen werkt toch ook een beetje op een eigen manier. Dat is op zich natuurlijk niet erg, maar het zou nog mooier zijn als we elkaar beter weten te vinden, zodat we elkaars rol binnen de transities kunnen versterken!“

chapter-arrow icon-arrow-down icon-arrow-short icon-arrow-thin icon-close-super-thin icon-play icon-social-facebook icon-social-instagram icon-social-linkedin icon-social-twitter icon-social-youtube