De Generatiedenkers: Dirk van Peijpe

Elke maand interviewt ontwerpbureau Verveeld � Verward een toonaangevende, toekomstige voorouder uit het ontwerpveld en daarbuiten over generatiedenken. Dorine Baars en Jonas Martens gaan met hun inspiratoren de diepte in over inhoudelijk werk, nalatenschap en generatie-overstijgend ontwerpen. Dit keer mogen ze op bezoek bij Dirk van Peijpe, architect en oprichter van De Urbanisten.

Type Actueel
Gepubliceerd op 27 mei 2024
Actueel
De Generatiedenkers: Dirk van Peijpe
Onderdeel van

Dirk waait aan. Vlak voor hij weer door de volgende wind wordt opgepikt, mogen wij hem even onderscheppen. Het is architect-eigen, weten wij, rennend door het leven om veelal stilstaande objecten te ontwerpen. De tijd staat bijna nooit stil, en als de wind waait moet er vliegensvlug gehandeld worden: iets met een vastgelopen vergunning in Vlaanderen dit keer, en het was tenslotte een vrijdagmiddag – dus er was wel degelijk haast geboden. Terwijl er een oplossing in werking is gezet spreken we elkaar in een doorzichtige meetingroom in het Keilepand te Rotterdam, dat een bolwerk van architectenbureaus en creatievelingen huist, waaronder Dirk van Peijpe, oprichter van De Urbanisten. 

De constante race tegen de klok waarin een vooruitlopend stedenbouwkundige als Dirk in verzeild is geraakt, voelt bijna tegenstrijdig met de inhoudelijke en creatieve kant van het bureau: dat in onze ogen juist ook gaat over tijd nemen, leren en meebewegen. De Urbanisten handelen namelijk in een ongelofelijk rijk portfolio van stedelijke klimaatadaptatie. Sinds jaar en dag herontwerpen De Urbanisten het stedelijk gebied afgestemd op de klimaatverandering die ons bij de voordeur staat op te wachten. Extreme regenbuien die niet weg kunnen, droogtes die waterschaarste veroorzaken, hittestress in stedelijk versteend gebied, ons zoet- en zoutwater huishouden, onze kustbescherming. 

Sommige van de stedenbouwkundige plannen zijn zo ver vooruit, dat ze bijgeschaafd worden door de realiteit van vandaag. Ontwerpen voor het jaar 2100 vergt nu al het juiste draagvlak. Gelukkig laat het grote scala van de plannen van De Urbanisten zien dat het daadwerkelijk mogelijk is: stedelijke ontwikkeling voor de lange termijn, in het hier en nu.

Benthemplein

Niet omdenken, niet anders denken maar aan-denken

“Wij ontwerpen het landschap van de stad”. Het werk heeft iets ego-loos, iets faciliterends, iets dragends, iets poëtisch. 

In de luwte van de Rotterdamse stad staat een speelplein dat bij extreme regen dubbel fungeert als tijdelijke waterberging. Naast een school wordt het gebruikt voor hangen en skaten, op blauwe zondagen door de kerk voor buitendiensten. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is om een plein vorm te geven als een badkuip met een slimme overloop, dat in tijden van extreme regen het water van de omliggende daken opslaat, en het overbelaste riool ontlast. Maar ondanks de blauwe kleuren van het beton blijft het bouwwerk bijna ongemerkt tegen de silhouetten van de binnenstad; simplisme ondanks de vele lagen complexiteit. 

Zo lijkt het super logisch om klimaateffecten alvast mee te nemen in het ontwerp van de buitenruimte. 

Dichterbij huis, om de hoek bij ons gesprek, wordt al jaren gewerkt aan ‘s werelds eerste sponstuin; een tuin waarin wordt geëxperimenteerd met allerlei verschillende ondergronden om het opslaan en vrijgeven van water beter mogelijk te maken, ook in tijden van droogte. De sponswerking staat als onderliggende visie centraal voor een gewenste werking van het watersysteem van de stad. De Urbanisten hebben het al lang geleden neergezet en nog steeds in eigen beheer.

Opbouw van de Sponstuin - credits: De Urbanisten
Het Getijdenpark in Vierhaven, Rotterdam - credits: De Urbanisten

Niet veel verderop, in de havenmonding in het verlengde van de straat, wordt op dit moment een getijdenpark gerealiseerd. Het park bestaat uit meerdere terrassen waar vogels, vissen, en zelfs mensen afwisselend kunnen wonen of verblijven afhankelijk van het tij. Dirk heeft vaker verteld hoe bijzonder het is om de principes van stedelijk ontwerp niet alleen toe te passen voor de mens boven het oppervlak van de rivier, maar de kracht van ontwerp ook in te zetten voor een wirwar aan leven gespiegeld onder het wateroppervlak. 

Het hart van het bureau is een stedenbouwkundige die eigenlijk niet opereert zonder het zo ver mogelijk doorvoeren van de geschetste lijnen van landschapsarchitecten en biologen. Het complexe onderzoek dat nodig is om uit te vinden welke plantensoort in welke condities de best mogelijke diersoorten (zoals de vissoort Steur) aantrekt, die op hun beurt weer rijke biotopen creëren omdat ze afhankelijke soorten in hun kielzog meenemen. Zo creëer je steeds cruciale kleine kantelpunten in de stad om weer onder de natuur te kunnen leven, zoals we vroeger beter toch veel beter deden.

Maar Dirk denkt niet in termen als terug naar vroeger, niet in ‘anders denken’, niet ‘om’. Dirk denkt er aan.

Telkens komt het terug in het werk van De Urbanisten: een diepgewortelde visie, een grootschalig plan, vertolkt in het ultieme hier en nu. Het praktische van vandaag. Zo wordt leren leven met een stijgende zeespiegel een levendig getijdenpark; zo kan een complexe visie als de ‘stad als spons’ een sponstuin voortbrengen die ons voedsel bedient; zo kan de wateropslag van extreme regenbuien in de vorm van een speelplein wél onderdeel worden van de stedelijke context.

Central Park, New York - credits: Zeeshaan Shabbir

Genius loci

“Een park maakt geen enkel onderscheid tussen haar mensen, in een park kan alles en iedereen zijn wie hij is, arm, rijk, preuts, verslaafd met rauwe randjes, de deuren staan voor iedereen open.” vertelt Dirk. “In weze is een park een van de meest inclusieve stukken stad, in weze is het een open democratisch toevluchtsoord, waar mensen en andere wezens zich binden aan een plek, en de mens specifiek aan een verhaal, een identiteit.” Denk aan Rotterdam, Amsterdam of New York.

Central Park, Vondelpark, Kralingse plas. Dirk ontwerpt verblijfplekken als parken waar de biologische biotoop centraal kan staan maar deze zijn wel op een zodanige manier ontwikkeld ‘dat de mens er ook zeker welkom is.’

Volgens Van Dirk kan dit alleen door eerst op zoek te gaan naar de geest van de plek. De ziel. Het verhaal erachter. De geschiedenis. De identiteit: de Genius Loci. Daarmee kunnen we het verhaal bouwen. En wat je ook doet: het verhaal telt, het verhaal zorgt ervoor dat het gedragen kan worden, dat mensen het kunnen bespreken bij het koffieautomaat. Het verhaal mag een droom zijn, een queeste, een documentaire of fictie. En elk goed verhaal begint bij de basis, een schets van de bodem, het water, de seizoenen, de fysieke- sociale context. Als de basis is gelegd, moeten we weten waar we naartoe willen: de premisse. “Voor de zoektocht naar het antwoord op die premisse, heeft het verhaal ook een held nodig.”

In het geval van De Urbanisten zijn dat wisselende helden: de regen, de spons, de steur, de egel. 

Zo loopt de egel in het Hofbogen Park met een speciale eigen trap de hoogte in, zo wordt de straatverlichting uitgezet na schemering om het dierlijke nachtleven een eerlijke kans te geven, en speelt dit zich allemaal af op het langste park op hoogte: een 2 kilometer lang park gebouwd op de fundamenten van een 100 jaar oude verlaten tramlijn. De egel speelde zonder het zelf te weten een cruciale rol in de verwezenlijking van het Hofbogen Park en heeft in zijn voetsporen de mens op sleeptouw genomen – want mede dankzij het bieden van doorgang en verblijf, kunnen straks ook andere rijke of arme ongestekelde Rotterdammers komen aanwaaien naar een groenovergoten park op de schouders van de binnenstad. En zo worden de zaadjes geplant voor het verwezenlijken van nieuwe dromen.

‘Als de mens niet meer naar de natuur gaat, brengen we de natuur wel naar de mens.’

Soep

“Er wordt weliswaar vooruit gedacht, maar we zijn verre van futurologen. Zo wordt er telkens gekozen om een tastbare, haalbare droom voor te schotelen. We zouden misschien wel terug moeten naar bepaalde dingen uit het verleden, maar we kunnen alleen vooruit”, zegt Dirk. “Meng ui, aardappel, wortel, knoflook en kerrie in een mixer en het wordt soep, maar het kan nooit weer een wortel zijn, de tweede wet van dynamica”. De entropie of disbalans in de vloeistof neemt toe totdat er een nieuw evenwicht, of equilibrium, is ontstaan. Dat doet Dirk ook, verder blijven bouwen aan een nieuw hoogwaardig evenwicht. “Als de mens niet meer naar de natuur gaat, brengen we de natuur wel naar de mens.” Volgens Van Dirk kunnen we dat doen op conventionele en minder gangbare manieren. Zo leefden we vroeger langs de natuurlijke rivierbeddingen en maakten we daar slim gebruik van. Zo is op een slimme manier water opslaan bijvoorbeeld al eeuwenoud en op veel verschillende manieren in veel verschillende culturen toegepast. Romeinen hadden bijvoorbeeld al lang systemen met open daken en een speciale binnenplaats met filterzand: een ‘Impluvium’. Deze principes moeten we opnieuw leren toepassen in onze moderne tijd. Een tijd waar Van Dirk nog veel enorme kansen ziet, met als volgend uitgangspunt waar wij alleen maar in mee kunnen gaan: de stad als natuurreservaat.

chapter-arrow icon-arrow-down icon-arrow-short icon-arrow-thin icon-close-super-thin icon-play icon-social-facebook icon-social-instagram icon-social-linkedin icon-social-twitter icon-social-youtube